Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Avebe

betekenis & definitie

Aardappelmeel Verkoop Bureau, opgericht in 1919 door boeren-aardappelmeelfabrieken en nu nog het enige aardappelzetmeelconcern in Noord-Nederland. Het bedrijf is gevestigd in Veendam.

De aardappelmeelindustrie is in Nederland in feite ontstaan uit activiteiten van boerenhuishoudens die de aardappel voor verschillende doeleinden gebruikten: als voedsel voor mens en dier, voor het stijven van kleding, voor gegiste dranken, als medicijn en als zoetstof, bindmiddel en droogmiddel. In het begin van de 19de eeuw ontstonden kleine particuliere bedrijven. W.A. Scholten begon in 1838 zijn experimenten in een boerderij in Tonden en stichtte daarna in Warnsveld zijn eerste fabriekje. Na een brand in 1841 vond hij in Foxhol een geschikte plaats voor een nieuwe fabriek.

De belangrijkste particuliere fabrieken gingen in 1890 een verbond aan om onderlinge concurrentie tegen te gaan: de Vereeniging van Aardappelmeelfabrikanten. Dit werd in 1897 uitgebreid onder de naam Vereenigde Nederlandsche Aardappelmeelfabrikanten ‘Eureka’, waarvan J.E. Scholten voorzitter werd. Gezamenlijke afspraken werden gemaakt over inkoop van aardappelen en verkoop van aardappelmeel. Het gevolg was dat de boeren eigen fabrieken, meest coöperatieve, gingen oprichten om een hogere prijs voor hun product te krijgen. De eerste fabrieken waren in 1898 ‘Eendracht’ in Kiel en ‘Eersteling’ in Borgercompagnie.

Diverse landbouwcoöperaties volgden en in 1905 werd de Bond van Boeren-aardappelmeelfabrieken opgericht. Zo waren er dus drie soorten aardappelmeelfabrieken: de particuliere of speculatieve, de vrije coöperatieve en de coöperatieve fabrieken van de Bond van Boerenfabrieken.

De Boerenfabrieken richtten in 1919 een gezamenlijk verkoopkantoor op, AVB, waaraan in eerste instantie twaalf coöperaties deelnamen. Van de 56 aardappelmeelfabrieken waren er in 1933 nog 22 over, waarvan vijftien aangesloten bij de AVB, drie vrije coöperatieve en vier speculatieve. De rest was gefuseerd of opgeheven.

In 1948 begon AVB met de fabricage van derivaten; de naam werd gewijzigd in Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van aardappelmeel en derivaten AVEBE GA. Twaalf coöperaties zijn nog aangesloten. In 1956 sloot de vrije coöperatie ‘Westerwolde’ zich bij AVEBE aan, in 1962 gevolgd door de speculatieve DWM en in 1966 door de vrije coöperatie ‘Twee Provinciën’. Tegelijkertijd nam het concern van W.A. Scholten een aantal fabrieken over, zodat er omstreeks 1970 nog maar twee groepen waren.

In 1971 werd de juridische structuur zodanig anders dat alle leden nu direct lid van AVEBE werden en de fabrieken dus eigendom van AVEBE. Van grote invloed was het faillissement in 1978 van de Scholtenfabrieken. Het concern werd opgedeeld in segmenten, waarbij het noordelijke deel de aardappelmeel en derivaten omvatte. Dit deel werd aan AVEBE verkocht, waarbij de overheid subsidieerde om de reorganisatie van de sector door te zetten en het aantal fabrieken verder in te perken. Uiteindelijk bleven drie fabrieken over: Ter Apelkanaal, Oostermoer en Foxhol.

Lit.: M. Dendermonde, Hoe wij het rooiden; de veenkoloniale aardappelboer en zijn industrie (Veendam 1979); H. van der Veen, Boeren op toegemaakte grond; geschiedenis van de veenkoloniale landbouw (Groningen 1992).

< >