Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Technocratie

betekenis & definitie

is een in Amerika gepropageerd stelsel tot hervorming van de economische inrichting der maatschappij onder leiding van technici. Grondlegger van deze idee is vooral Howard Scott, die met een aantal medewerkers eenige tijd aan de Columbia Universiteit heeft gewerkt aan een groot opgezette analyse van de productiecapaciteit der huidige maatschappij.

De T. gaat uit van een scherpe critiek op de bestaande economische orde, die ten bate van persoonlijke, kapitalistische winsten de technische productiviteit remt (tegenstelling tusschen technische productiviteit en kapitalistische rentabiliteit), de technische ontwikkeling tegenhoudt door het opkoopen van uitvindingen met het doel deze ongebruikt te laten, kunstmatig de levensduur van vele producten bekort, en vernietiging van producten en productiekrachten en werkloosheid op groote schaal tengevolge heeft. Speciaal het prijssysteem van de huidige maatschappij staat volgens de T. een rationeele productie en distributie in de weg, waarom een ander op energie-eenheden gebaseerd ruilmiddel noodzakelijk is, dat tevens de mogelijkheid tot hoarding en accumulatie uitsluit. De enorme technische capaciteit der behoeftenbevrediging maakt bij een verplichte arbeid van ieder gedurende weinige uren per dag, voor allen een zoo ruim bestaan mogelijk dat sparen overbodig is. Belangrijk is de critiek der T., die met geheel andere woorden en op de basis van een veel later stadium van kapitalistische ontwikkeling, voor een deel bij de door Marx geformuleerde toenemende tegenstellingen tusschen productiekrachten en productieverhoudingen op het hoogtepunt van ontwikkeling van een bepaald economisch systeem, aansluit. Daarnaast echter missen de technocraten sociologisch inzicht, waardoor de maatschappij door deze technici inderdaad te gemakkelijk als een groot bedrijf, dat volgens bedrijf stechnische beginselen zou kunnen worden geleid, wordt gezien.

Lit.: Stuart Chase, Technocratie; E. Kraemer, Was ist Technokratie ?, 1933.