Wat is de betekenis van Productiviteit?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

productiviteit

productiviteit - zelfstandig naamwoord uitspraak: pro-duc-ti-vi-teit 1. het vermogen om in een bepaalde tijd veel werk te verrichten ♢ de productiviteit van dit bedrijf is gegroeid Zelfstandig naamwoord: pro-duc-ti-vi-teit ...

2024-04-19
Bedrijfskunde Integraal

Peter Thuis & Rienk Stuive (2011)

productiviteit

De verhouding tussen het bereikte resultaat en de daarvoor gebrachte offers.

2024-04-19
Begrippen over beroep en opleiding

Frank Peters, Rian van den Bergh, Sonja Liefhebber & Deanne Radema (1999)

Productiviteit

Verhouding tussen resultaat en offer. Het begrip ‘offer’ verwijst behalve naar kosten, naar zaken die niet in geld kunnen worden uitgedrukt, zoals werken tegen zijn zin of in ongemakkelijke omstandigheden, met beperkingen in ontplooiingsmogelijkheden (In ‘t Veld, 1988). Zie ook effectiviteit en efficiency.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Productiviteit

vermogen om voort te brengen; scheppende kracht; vruchtbaarheid

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Productiviteit

(<Fr.), v., 1. eigenschap van vruchten of resultaten af te werpen; winstgevendheid: de productiviteit van een machine, een fabriek; — vruchtbaarheid: de productiviteit van de bodem; 2. (econ.) vermogen of eigenschap van bij te dragen tot de maatschappelijke voortbrenging.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

productiviteit

v. voortbrengende, scheppende kracht, vruchtbaarheid.

2024-04-19
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Productiviteit

zie: Productiekosten; P. van de arbeid zie: Rationalisatie.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

productiviteit

v. (Fr. vruchtbaarheid; voortbrengende of scheppende kracht).