Niet duidelijk begrensd begrip, met veelal verschillende beteekenis. Onder L. wordt zoowel verstaan de stand der behoeften en de mate van hun bevrediging, m.a.w. het algemeene welvaartspeil, als de kosten van het levensonderhoud.
In verband met de internationale uitwisseling van goederen en diensten heeft de L. vooral beteekenis in verband met de loonkosten als voornaamste factor van de prijzen der exportartikelen eenerzijds, en als koopkracht voor importartikelen anderzijds. In het algemeen hebben landen met een hooge L. hooge loonen en hooge prijzen („duur land”) en veelal een betrekkelijk hoog peil van behoeftenbevrediging. Een lage L. in de zin van geringe behoeften en lage loonen veelal ook lage kosten van het levensonderhoud en vaak samengaand met een groot verschil in welvaart tusschen de arbeidende klassen en de meer gegoeden brengt op de wereldmarkt het gevaar mede van „sociale dumping”, door lage prijzen der exportartikelen, waartegen landen met een hooge L. neigen zich af te sluiten. Ook immigratie uit landen met een lagere L. wordt vaak als een gevaarlijke concurrentie geweerd.
