Gepubliceerd op 22-10-2023

Winkel

betekenis & definitie

Degene die een winkel binnenkomt, verwacht dat hij geholpen wordt maar hij moet wel weten, wat hij wil aanschaffen. Met andere woorden: Wie niet weet wat hij moet kopen, is in de waaktoestand een niet al te besluitvaardig mens; degene die het wel weet, neemt beslissingen

die hem verder zullen helpen. Is de winkel leeg, dan heeft men zich in de waaktoestand op de een of andere manier verrekend. Is men zelf de verkoper, dan biedt men zichzelf te koop aan, en maakt zich misschien tot het mikpunt van spot van z’n medemensen. Slechts in sommige gevallen kan men zich als eigenaar van een winkel in de droom op financiële voordelen verheugen. Loopt de dromer langs een winkel, dan loopt hij in het werkelijke leven mogelijkerwijs een gunstige gelegenheid mis. (Zie ook ‘Kopen’, ‘Koopman’).