Kamer

betekenis & definitie

Het binnenste van het huis, of met andere woorden: Het eigen ik. Dit kan wijzen op geslotenheid tegenover anderen, aan wie men zichzelf en z’n plannen niet wil openbaren. Wie rusteloos van kamer naar kamer loopt, zal z’n standpunt telkens weer wijzigen, waarbij meestal een verandering in de psychische aanleg van de dromer kan worden waargenomen. Lopen we in een droom vanuit een donkere kamer een helder verlichte binnen, dan komen we vanuit een onbewuste toestand in een bewuste terecht - dat wil zeggen: We zouden de les die de droom ons leert in de waaktoestand ter harte moeten nemen. Ziet de kamer er in de droom net zo uit als in werkelijkheid, dan zal vermoedelijk spoedig de verveling toeslaan, hetgeen ons zal doen beslissen om onze huidige omgeving te verlaten om ergens anders gelukkiger te worden. (Zie ook ‘Huis, ‘Zaal’, ‘Woning’).