Gepubliceerd op 12-01-2017

cognitieve neurowetenschap

betekenis & definitie

Cognitieve neurowetenschap is in strikte zin de wetenschappelijke studie van hersenactiviteit, o.a. met behulp van fMRI-scans waarin de neuronale activiteit van de hersenen tijdens cognitieve activiteit in kaart gebracht kan worden. Het uitgangspunt is dat al wat een organisme doet, denkt en voelt in de hersenen minstens zijn tegenpool heeft als het daar al niet veroorzaakt wordt.

Vanwege het grote en objectief bewezen succes van de cognitieve neurowetenschap wordt wel eens betoogd dat al wat in de geest gebeurt in termen van hersenactiviteit beschreven moet kunnen worden, zo niet nu al dan wel in de nabije toekomst. Neurofysiologisch reductionisme kan echter op sterke weerstand rekenen bij filosofen, die niet ophouden erop te wijzen dat het niet de hersenen zijn die een stoel zien, maar de mens die in een stoel wil gaan zitten: organismen nemen de werkelijkheid waar---ook al heeft hun waarneming goed werkende hersenen als haar noodzakelijke voorwaarde.
Ook is het ongepast om semantische of waarheid kritische vragen aan neuronale processen te stellen. Als ik denk dat een kat zwart is, kan men mij vragen of dat ook waar is, maar wanneer bij mijn gedachte een bepaald gebied in mijn hersenen geactiveerd wordt, is het zinloos te vragen of dat oplichten van dit hersendeel waar is: waarheid heeft onder de microscoop geen belang. Waarheid betreft beweringen die mensen doen, in taal.
Als ik rouw om de dood van mijn moeder en dit gaat gepaard met gevoelens van verdriet en boosheid, en herinneringen aan mijn vader en broers, zullen er zeker neurofysiologische processen in mijn hersenen plaatsvinden, maar als ik met een pilletje van die neurofysiologische processen zou worden afgeholpen is dan mijn rouwverwerking voorbij?