Gepubliceerd op 12-01-2017

anti-psychologisme

betekenis & definitie

Het anti-psychologisme verzet zich tegen het psychologisme, de opvatting dat de vorm die onze kennis heeft uiteindelijk door de aard van onze psyche wordt bepaald en dat we die vorm via introspectie kunnen achterhalen.

Het psychologisme werd onder meer verdedigd door J.S. Mill in zijn System of Logic (1843).
Edmund Husserl verzette zich tegen het idee dat introspectie het laatste woord zou hebben. Volgens hem moeten we eerst gestreng de aard van onze mentale toestanden analyseren, via een fenomenologische analyse.
Ludwig Wittgenstein betoogde in Philosophical Investigations (1953, Engelse vertaling van Philosophische Untersuchungen, vanaf §256) dat het idee van introspectie veronderstelt dat ieder van ons de beschikking heeft over een privé-taal, maar dat zo'n taal onmogelijk kan beginnen, omdat ze altijd al gedeelde communicatie veronderstelt. Hedendaagse filosofische logica is gebaseerd op het anti-psychologisme van logici als Frege (1848-1925) en Carnap (1891-1970). In de praktijk van de wetenschappen betekent het anti-psychologisme ook dat er geabstraheerd moet worden van de persoonlijke kenmerken en privé-opvattingen van de onderzoeker.