Geestesziekte waarbij iemand stiekem iets (groots) in brand steekt en op een afstand daarvan geniet (uitspraak: PIE-roo-maa-NIE).
In Nederland moet de brandweer meer dan 10.000 keer per jaar uitrukken omdat iemand ergens een gebouw, auto, struik of iets anders in brand heeft gestoken. Meestal is een huisbrand een ongeluk doordat bijvoorbeeld een huishoudelijk apparaat kortsluiting heeft gemaakt of een gordijn door een kaars in brand is geraakt. Soms is een brand geen ongeluk, maar opzet en is een pyromaan de brandstichter. Die persoon is geestelijk gestoord en krijgt hierdoor een ‘kick’ door stiekem iets groots in brand te steken. Vanaf een afstand kijkt de persoon vaak naar het blussen, zonder dat iemand weet dat hij de brandstichter is. Er zijn ook brandstichters die zo een brandverzekering willen oplichten om geld te krijgen of die sporen van een misdrijf willen uitwissen.