Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

luchtpijp

betekenis & definitie

Buis van kraakbeenringen die van je keel naar je longen loopt.

De luchtpijp ligt voor de slokdarm, bestaat uit bindweefsel en wordt verstevigd door hoefijzervormige kraakbeenringen. Die houden de luchtpijp open en voorkomen het dichtklappen van de luchtpijp. Het slijmvlies van de luchtwegen is bedekt met vele trilharen, net als in de neusholte. Kliercellen in dat slijmvlies maken slijm aan. Stofdeeltjes, bacteriën enzovoort, die tijdens de inademing mee naar binnen zijn gekomen, worden in het slijmvlies gevangen. Door de beweging van de trilharen worden ze omhoog geveegd naar de keelholte, waar ze worden ingeslikt.

Ook trachea (uitspraak: TRÀ-gee-jaa). Kijk ook bij ademhaling.