Verandering van genetische eigenschappen van levende wezens door het uitvoeren van experimenten (uitspraak: ge-NEE-tie-su moo-die-fie-KAA-tsie).
Wie het een goed idee vindt dat je bijvoorbeeld met een gen uit een bacterie het aanvreten van planten door insecten kunt voorkomen, gebruikt het woord ‘modificatie’ (verandering). Of dat je door veranderde genen probeert te zorgen dat er kalveren worden geboren die later als koe melk geven met daarin lactoferrine, een menselijk eiwit dat sommige zieke baby’s niet zelf kunnen aanmaken.
Milieuactiegroepen wijzen op de risico’s en gebruiken het woord ‘genetische manipulatie’. Genen veranderen is namelijk soms een beetje experimenteren. Experimenterende geleerden doen nu proeven met genen in dieren of planten die daarna flink worden voortgeplant. Over tien jaar hebben die organismen allerlei nakomelingen van nakomelingen van nakomelingen met elk die veranderde genen. Dan zien die toekomstige dieren, planten en wie weet zelfs mensen er vanbinnen misschien in de genen, cellen, weefsels en organen wat anders uit dan sommige geleerden nu snelletjes berekenen en wat tien jaar daarvoor de bedoeling was. ‘Manipuleren’ betekent ‘iets vastpakken’ en ook wel ‘iemand of iets beïnvloeden om iets gedaan te krijgen’.
Ook genetische manipulatie.
