Eencellig organisme dat zo klein is dat het alleen met een microscoop te zien is.
Bacteriën kunnen zich snel vermenigvuldigen en hebben geen kern in hun cel. Daarin verschillen ze van cellen waaruit grotere organismen (zoals mensen en dieren) bestaan. Er bestaan veel soorten bacteriën, die in vorm van elkaar verschillen. ‘Kokken’ (streptokokken, stafylokokken) zijn rond, bacillen zijn staafjes en spirillen zijn wat gedraaid, zoals een kurkentrekker.
Bacteriën spelen een belangrijke rol in de kringloop van de natuur. Ook in ons lichaam zitten veel bacteriën, vooral in de darmen. Daar helpen ze bij het verteren van voedsel (spijsvertering). Ze zijn ook nuttig in de industrie: voor het maken van voedingsmiddelen, medicijnen en vaccins. Sommige bacteriesoorten zijn schadelijk voor de mens en kunnen allerlei ziektes geven, zoals buikgriep met diarree, keelontsteking, oorontsteking, roodvonk, longontsteking en supergevaarlijke ziektes als miltvuur (antrax), cholera en tyfus. De dokter bestrijdt bacteriën met medicijnen speciaal tegen bacteriën (antibiotica). Die medicijnen helpen nooit tegen een ziekte door een virus. Griep is een virusziekte en daar bestaan dus gewoon geen geneesmiddelen tegen. Uitzieken!.
Kijk ook bij darmflora, vaccin, stafylokok, streptokok, virus, ziektekiem.
