In de zeeën van het Zuid- en Noordelijk halfrond zijn de vissers altijd bang voor de doornhaai. Immers, doordat deze twee rugvinstekels heeft, kan hij de netten, die zo zorgvuldig zijn uitgezet, doen scheuren.
Wanneer de vissers deze doornhaai dan ook zien komen met de grijsrode gloed en donkere vlekken over de huid, worden ze extra voorzichtig met hun materiaal.