Dit is de Latijnsche vorm voor het Grieksche Sarapis. Dit was de naam eener Egyptische godheid, die in den tijd van het na Alexander de Groote opgekomen Hellenisme met Grieksche elementen vermengd naar Europa werd overgebracht.
Deze godheid was die der afgescheiden zielen en werd als heerscher over ziekte en dood aangeroepen om genezing. Dientengevolge werd Serapis met Aesculapius of Asklepios verward.
De dienst van Serapis kwam in Egypte eerst op ten tijde van de Ptolomaen. Ptolomaeus de eerste liet zijn beeld van Sinope overbrengen naar Egypte.
De Serapis-dienst verspreidde zich van daar naar Griekenland en naar Rome en verkreeg in het Romeinsche rijk een groote uitbreiding. De Serapis-cultus is syncretistisch van aard, daar er zich elementen uit onderscheidene religies in vermengden.
Zijn verspreiding ging gepaard met den cultus van Isis. Gewoonlijk werd hij afgebeeld in een lang gewaad, met een aangezicht, dat gelijkenis met Zeus vertoonde en naast hem een wezen met een diervorm en een hondskop, waar omheen een slang gekronkeld was.
Dat deze Serapis ten slotte weinig meer had, dat aan Egypte herinnerde, ligt voor de hand. Deze dienst, tot bloei gekomen ten tijde van het verval der classieke cultuur, toonde alleen de diepgevoelde behoefte aan de gemeenschap met de godheid, die overgebleven was, toen in de voorvaderlijke góden niet meer werd geloofd.
De priesters van Serapis prezen deze aan als den eenig waren god, almachtig en algoed. Waarschijnlijk was Serapis van Semitischen oorsprong.
De naam wordt dan ook wel met Seraphim in verband gebracht.