Van het Latijnsche scribere,schrijven, beteekent schrijver. Bij de Romeinen een onderbeambte bij den senaat; ook van bijzondere personen.
Kerkelijk een scriba van een kerkelijke vergadering: „In alle samenkomsten zal bij den praeses een scriba gevoegd worden, om naarstig op te schrijven ’t gene waardig is opgeteekend te zijn”, art. 34 Kerkenordening. De scriba van een kerkeraad wordt wel voor een jaar benoemd; van een classe voor elke vergadering naar toerbeurt aangewezen; maar van particuliere en generale synoden door elke vergadering gekozen.
In de Nederlandsch Hervormde kerk spreekt men van scriba van het Classicaal Bestuur en van den Ring; maar van secretaris van het Provinciaal Bestuur, van de Algemeene synode en van de Algemeene synodale commissie. De Haagsche synode heeft een permanenten secretaris, die de geheele administratie der synode voert.
Volgens Gereformeerd kerkrecht zijn dassen en synoden geen permanente bestuurslichamen en houdt het moderamen op te bestaan bij het einde der vergadering. Ook is het niet aanbevelenswaardig een vasten scriba te benoemen, die geen ambtsdrager is.