Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Merkteeken

betekenis & definitie

Het woord, in Jerem. 31 : 21 en Ezech. 39 : 15 door merkteeken overgezet, heeft in eerstgenoemden tekst de beteekenis van mijlpaal, mijlsteen, in den tweeden die van herkenningsteeken. In 2 Cor. 12:12 zegt Paulus: „De merkteekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met teekenen en wonderen, en krachten”.

Voor merkteekenen en teekenen gebruikt hij hetzelfde woord, dat ook elders door teeken is overgezet (Matth. 12 : 38, 16 : 1, 3, 24 : 3, 24, 30 en vele andere plaatsen) en dat den zin heeft van: duidelijk zichtbare aanwijzing. Het woord, Openb. 13: 16, 17, 14:9, 11, 15 : 2, 16 : 2, 19 : 20, 20 : 4, door merkteeken vertaald, heeft etymologisch de beteekenis van een teeken, dat door krassen, insnijden, indrukken, werd aangebracht, en dus uitwendig zichtbaar is.