Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kerkblad, Kerkbode, Kerkelijke pers

betekenis & definitie

De kerkelijke publicatie is in de latere jaren sterk toegenomen. In geen enkel land kunnen de kerken in dit opzicht met de kerken in Nederland wedijveren.

De kerkelijke pers bij de Nederlandsch Hervormde kerk is naar de verschillende richtingen te onderscheiden. Daar is de Moderne richting met haar verschillende bladen als De Hervorming, thans maandblad, en het weekblad Kerk en Volk, dat in afzonderlijke Noord-Hollandsche, Zuid-Hollandsche, Noordelijke, Oostelijke en Zuidelijke edities verschijnt; de Ethische richting met haar bladen als Algemeen weekblad voor Christendom en Cultuur, onder redactie van Prof. Dr H. Th. Obbink enz.; de Confessioneele richting met haar hoofdorgaan De Gereformeerde kerk, eindredacteur Dr J. Ch. Kromsigt; en de Gereformeerde Bond met haar wekelijksch orgaan De Waarheidsvriend, tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Nederlandsch Hervormde kerk.

Voorts verschijnt van Evangelische zijde Het Evangelisch Zondagsblad; van Christelijk Gereformeerde zijde De Wekker; van de zijde der Gereformeerde Gemeenten in Nederland en NoordAmerika De Saambinder; en van Luthersche zijde het weekblad De Wartburg; terwijl in 1925 Woord en Geest verscheen onder eindredactie van Dr J. Q. Geelkerken.

Wat de Gereformeerde kerken aangaat, zijn er eerst enkele generale weekbladen, die heel het land bestrijken en aan het kerkelijk leven in het algemeen leiding geven, zooals De Bazuin, onder redactie van Prof. Dr H. Bouwman te Kampen, van ouds het blad der Theologische School, die rechtstreeks van de kerken uitging en sinds de vereeniging in 1892 het officieele blad der Theologische School gebleven is. Daarnaast kwam De Heraut, het hoofdorgaan van de kerkelijke beweging, die uit de Doleantie van 1886 is voortgekomen, vóór 1920 onder redactie van wijlen Dr A. Kuyper, thans van Prof. Dr H.

H. Kuyper. Voorts De Wachter onder redactie van Ds G. Doekes en De Reformatie, onder redactie van Prof. Dr V. Hepp, die evenals De Heraut niet rechtstreeks van de kerken uitgaan, maar toch aan de behartiging der Gereformeerde kerkelijke belangen gewijd zijn.

En voorts zijn er nog een reeks van Kerkbladen en Kerkbodes, die meer een provinciaal, classicaal en plaatselijk karakter dragen. Naarmate de kerken in kracht en aantal groeiden, ontwaakte de behoefte om eigen provinciale, classicale en plaatselijke bladen te hebben voor de verbreiding van de beginselen en voor de mededeelingen aan de gemeenten. Volgens opgave in het Jaarboekje ten dienste van de Gereformeeerd kerken in Nederland, 1926, zijn er vijftien Kerkbladen, waarvan slechts enkele een officieel karakter dragen. De meeste zijn particuliere ondernemingen ten dienste van het kerkelijke leven. Daarentegen worden er veertig Kerkbodes vermeld, waarvan verreweg de meeste officieele organen zijn van de kerken in een provincie, classe of plaats. Volgens het kerkelijk spraakgebruik, draagt de naam Kerkblad doorgaans geen officiéél karakter, terwijl de Kerkbodes meest alle wel officieele organen der kerken zijn.

De beteekenis der kerkelijke pers neemt gestadig toe. Zij werkt er sterk toe mede om de kerkelijke zaak tot publieke zaak te maken. Het tijdperk der duisternis, waarin een clubje getabberde heeren de kerkeiijke zaken in het geheim af deden, heeft afgedaan. Dank zij de kerkelijke pers leeft de gemeente al meer mee, komt zij op de hoogte van de kerkelijke vraagstukken en worden de beginselen van het godsdienstig en kerkelijk leven onder het volk verbreid. Ook de band tusschen de kerken onderling wordt er krachtig door versterkt. De eene gemeente leest van het geestelijk en kerkelijk leven der andere.

Men spoort elkander aan en houdt elkander in het evenwicht. Een corps van redacteuren houdt zich week aan week met de beginselen voor en de practijk van het kerkelijk leven bezig en houdt de belangstelling gaande. Zoolang dan ook haar redacteuren van uit het zuivere beginsel voorlichting geven aan ons volk, is de kerkelijke pers een krachtig middel om de kerken voor afdwaling in belijdenis en in wandel te bewaren.

< >