1858— 1928. Een der rijkst scheppende onzer kunstenaars, meester in de zuivere expressie-kunst.
Geboren te Poerworedjo. Zijn vader was een Europeaan, zijn moeder een Javaansche.
De Indische tijd (hij bleef er tot zijn 13e jaar) heeft een beslissenden invloed geoefend op zijn leven en arbeid. De mysterievolle sfeer van het Oosten wijkt uit zijn herinnering niet.
Hij was een stil peinzer, minnaar der Indische wijsbegeerte, vriend van mystieke litteratuur. Verwonderlijk is de veelzijdigheid zijner gaven als teekenaar en schilder.
Zijn oeuvre is als een hoorn desovervloeds: zeestukken, symbolische fantasiën, landschappen, religieuze verbeeldingen, geestige en pittige teekeningen. Vooral is hij een klassiek portrettist.
Hij vervaardigde een breede reeks van welbegrepen portretten: Roomsche geestelijken, militairen, zakenleiders, oude vrouwen en kinderen. En alle doen ze steeds gevoelen, dat de geest in den mensch het wezenlijke is.
Welk een contrast tusschen den geweldigen smartekop van Dante en het delicate portret van Annetje de Meester.
En wat een afstand tusschen de bekoorlijke kinderkopjes en de Apostelfiguren; stoere expressie van de karaktervolle koppen der Zeeuwsche boeren.
In het felle realisme van zijn jeugdwerk (Le respect à la Mort, „Vóór- en na de werkstaking”) strijdt hij voor misdeelden en opstandigen. Later wisselt dit militante met liefde voor hen die lijden.In 1890 begint het sterk symbolische. Zijn opzienbarende werken: De Rodeurs, De Tuin der Weeën. De drie Bruiden behooren tot de rijpste orde zijner kunst. In 1901 komt zijnversieringskunst tot bloei (Textielen voor de Amsterdamsche beurs, Scraffito’s voor de nieuwe St. Bavo te Haarlem). Voorts maakte hij houtsneden en litho’s en vernieuwde de emailkunst.
Na zijn overgang tot de Roomsche kerk (1905) doet hij zich kennen als spiritueel en visionair poëet, en bracht hij na eeuwen de Roomsche kunst weer tot bloei. De kruiswegstaties. Christus en de Apostelen in den storm. Het laatste Avondmaal. De teekening „Hel en Twijfel”, Les Calvinistes de Katwijk, toont den grooten afstand tusschen den Roomschen kunstenaar en het Calvinisme. Karakteristiek is bij Toorop de strakke lijnenwerking.
Het wezenlijke zijner kunst is, dat hij steeds worstelt om de onzichtbare sfeer, die hij om zich heen draagt, in het zichtbare te manifesteeren. Op zijn 60ste jaar is hij door zijn vrienden en bewonderaars in Den Haag gehuldigd. Een keur van zijn schoonste werken gaf een ontroerende expositie van dit rijke kunstenaarsleven.