De lijdensweek van onzen Heere Jezus Christus begon, daags na Zijn zalving ten doode, Joh. 12 : 1—11, op Zondag met den koninklijken intocht in Jeruzalem, op een jongen ezel, Matth. 21 :1—9, Marc. 11 : 1—10, Luc. 19 : 28—38, Joh. 12 : 12—16, vgl. Jes. 62 : 11, Zach. 9 : 9, Ps. 118 :26.
Jezus toont door dezen intocht, dat Hij waarlijk de Koning van Sion is; niet een aardsch vorst, die voldoet aan de nationale verwachtingen der Joden en bevrijdt van het Romeinsche juk, want Hij gaat niet naar Sions burcht om' daar zijn heerschappij te grondvesten; maar een geestelijk Koning, die ijvert voor het huis Zijns Vaders, want Hij gaat naar den tempel.