Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Genie

betekenis & definitie

(van het Latijnsche woord genius) is de rijke begaafdheid in scheppende fantasie, groote denkkracht en buitengewone oorspronkelijkheid, welke God slechts aan enkele menschen verleent. Het genie is daarin van het talent onderscheiden, dat, terwijl het talent een bizondere begaafdheid is, die zich beperkt tot enkele gebieden, het genie meer universeel werkt.

Wat een geniaal man aanpakt, wordt op een eigen, oorspronkelijke manier behandeld; hij is breed van visie, leeft sterk intuitief, schouwt onmiddellijk wat het wezen is van een ding, en is in zijn productievermogen haast onbeperkt. Kant zegt terecht, dat het genie werkt als natuur.

Het laat zijn ideeën maar stroomen, is vruchtbaar en voortdurend barende. Het genie is bij zijn grootste vruchtbaarheid en de hoogste manifestatie van zijn scheppingskracht tegelijk passief.

Het leeft van gegeven goed. Een wijsgeerig genie was Plato, een dichterlijk genie Goethe, een wetenschappelijk genie Kuyper.