Van de symbolische geschriften, die door Calvijn zijn opgesteld, is alleen de Confessio Gallicana (Fransche Geloofsbelijdenis), van welke Guido de Bres bij ’t opstellen van de Nederlandsche Geloofsbelijdenis gebruik maakte, door een kerkengroep gebruikt geworden. De overige zijn slechts door de kerk van Genève aanvaard en door haar slechts voor een tijd gebruikt.
Calvijn heeft twee Catechismussen opgesteld. Zijn eerste Catechismus dateert uit het jaar 1536.
De bedoeling hiervan was niet zoozeer de kinderen te onderwijzen als wel de burgerij met het Evangelisch geloof bekend te maken. Het is betrekkelijk nog slechts korten tijd geleden, dat hij weer bekend geworden is.
Calvijn schreef in de Fransche taal dit beknopte belijdenisschrift om aan de kerk, die pas gereformeerd was, eenige vastheid te geven. Spoedig hierop durfde Caroli veelszins uitnemende mannen als Calvijn, Farel en Viret van Arianisme en Sabellianisme beschuldigen.
Daarom vertaalde Calvijn in 1538 dezen Catechismus in het Latijn. Nu konden niet slechts de Franschsprekende maar alle kerken van zijn gevoelen kennis nemen.
Deze Catechismus bestaat niet uit vragen en antwoorden maar uit 58 stellingen. Behandeld worden deze onderwerpen:1°. alle menschen zijn begiftigd met het zaad der religie;
2°. de ware en valsche religie;
3°. God;
4°. de mensch;
5°. de vrije wil;
6°. de zonde;
7°. het heil;
8°. de wet;
9°. Christus moet door het geloof door ons aangenomen worden;
10°. de praedestinatie;
11°. het geloof;
12°. de rechtvaardiging;
13°. de heiligmaking ;
14°. het berouw en de boete;
15°. de goede werken;
16°. het apostolisch symbool;
17°. de hoop;
18°. het gebed;
19°. de sacramenten ;
20°. de herders der kerk;
21°. de traditie;
22°. de excommunicatie;
23°. de magistraat.
(In de Fransche uitgave is de volgorde eenigszins anders).
Na zijn terugkeer uit Straatsburg en Genève stelde Calvijn, waarschijnlijk reeds in 1541, een tweeden Catechismus op. Nu in vragen en antwoorden. Deze beroemde Catechismus is van groote beteekenis geweest bij de samenstelling van Gereformeerde Catechismussen, die in andere landen gebruikt zijn. Het oudste exemplaar wordt bewaard in de bibliotheek te Gotha. De titel is: Catechismus van de kerk te Genève, of Formulier om de kinderen in de Christelijke religie te onderwijzen. In 1545 is dit leerboek in het Latijn verschenen.
Het is vertaald (en als zoodanig veel gelezen) in vele talen van Europa (natuurlijk ook in het Nederlandsch) en zelfs in het Hebreeuwsch. Achtereenvolgens worden behandeld : het geloof, de wet, het gebed, het Woord Gods en de sacramenten. Merkwaardig is al aanstonds het begin. Het levensdoel des menschen is God te kennen, omdat Hij ons schiep en Hij door ons en in ons verheerlijkt moet worden. En dat schikken van ons leven tot eer van God is tevens voor ons het hoogste goed. De Catechismus van Westminster vangt op dezelfde wijze aan.
Evenals in den Heidelbergschen Catechismus worden hier aan de hand van het apostolische symbool de verschillende waarheden ontvouwd. Ten besluite volgen nog eenige gebeden. En de vragen, die gedaan moeten worden aan kinderen, die begeeren toegelaten te worden tot het heilig Avondmaal. In het belangrijke werk van prof. Karl. Müller, Die Bekenntnisschriften der reformirten Kirche, is de eerste editie van den Latijnschen tekst afgedrukt.
Deze uitgave noemt nog slechts 4 hoofdonderwerpen. Het Woord Gods toch is niet afzonderlijk behandeld. Ook komen hierin niet voor de gebeden en de vragen, die verband houden met den toegang tot het heilig avondmaal. Op grond van latere drukken zijn door Müller enkele fouten gecorrigeerd.