Onder de epiclese (afgeleid van het Grieksche èm-Arjoig, Latijnsche invocatio, d.i. aanroeping) verstaan we eigenlijk het liturgisch gebed, waardoor in de oude Christelijke kerk de ingrediënten voor de bediening van de sacramenten, n.l. het water bij den doop, en brood en wijn in het avondmaal tot sacramentsteekenen geheiligd werden. In dat gebed werd God gebeden om den Heiligen Geest, opdat deze de teekenen zou vergezellen met de beteekende zaak, en door deze epiclese, door deze aanroeping werd dus de doop tot doop en het avondmaal tot avondmaal gemaakt.
Al spoedig vond de gedachte ingang, dat de epiclese een magisch werkende kracht had, waardoor de Heilige Geest aan de teekenen verbonden, en in den ontvanger het heil van Christus uitgestort werd. Deze gedachte is belichaamd in de Roomsche sacramentsleer, welke beweert, dat door de consecratie, d. i. de wijding van de teekenen, deze zelve heiligende kracht ontvangen, en ex opere operato, d. w. z. door het gebruik zelf de genade werken. (Zie hiervoor bij de artikelen: Sacrament, Doop en Avondmaal). — Onder de gnostieken heeft het woord epiclese ruimer beteekenis.
Voor hen is het de technische term voor het inroepen der godheid over allerlei gaven, als wijn, water, melk etc. opdat ze daardoor goddelijke kracht ontvangen. — Wat onze sacramentsbediening betreft, kan het gebed voor den doop en het gebed voor het avondmaal, waarin wij onze harten tot God verheffen de epiclese genoemd worden, doch dan met gansch ander karakter dan in de oude Christelijke kerk. Dit gebed maakt de ingrediënten niet tot magische teekenen, maar smeekt den Heere, of Hij het gebruik van het sacrament zegenen wil, gelijk de aanroeping in den doop luidt: wij bidden U, bij Uw grondelooze barmhartigheid, dat Gij dit Uw kind genadig wilt aanzien etc., — en bij het avondmaal: wij bidden U, dat Gij in dit avondmaal door Uwen Heiligen Geest in onze harten wilt bewerken etc.
De gemeente welke het sacrament gebruikt, heft dus eerst het hart naar boven en roept den naam des Heeren aan, en spreekt in deze epiclese, in deze aanroeping uit, dat zij in de sacramentsviering afhankelijk is van de genade des Heiligen Geestes.