Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Didache

betekenis & definitie

of Leer, voluit, Didache Kyrioe dia toon doodeka apostoloon tois ethnesin, d. w. z. Leer des Heeren door de twaalf apostelen aan de heidenen, is de naam van een zeer oud Christelijk geschrift, welks bestaan wel steeds door de kerkvaders bekend was, doch dat zelf eerst in 1883 door Bryennios in het Jeruzalemklooster te Konstantinopel is teruggevonden.

Het geschrift geeft in hoofdstuk 1—6 een Christelijke zedeleer in den vorm van een uiteenzetting van de twee wegen, dien des levens en dien des doods. Hoofdstuk 7—10 behandelen doop, vasten, bidden, avondmaal, hoofdstuk 11—15 zijn van kerkrechterlijken aard en bespreken het verkeer tusschen de gemeenten en het leven in de gemeente.

Het geheel heeft ongeveer den omvang van Paulus’ brief aan de Galaten, is in eenvoudigen stijl geschreven en heeft nog een sobere avondmaals- en doopsliturgie. Daarom en ook omdat de Didache reeds gebruikt wordt in den z.g. brief van Barnabas en den Herder van Hermas, moet ze zeer oud zijn.

Waarschijnlijk is ze geschreven in de laatste helft der eerste eeuw, in elk geval kent ze boeken van het Nieuwe Testament. Anderen plaatsen haar liever na den brief van Barnabas en den Pastor Hermas, dus in het midden der 2e eeuw.

De vervaardiger is geheel onbekend. Als plaats van vervaardiging worden genoemd: Egypte, Palestina, Syrië.

Dat het eerste deel der Didache een door een kleine inlassching Christelijk gemaakte Joodsche Catechismus zou zijn, is even weinig waarschijnlijk als dat ze uit drie of twee van elkaar onafhankelijke stukken zou zijn samengesteld. Vermoedelijk geeft ze den neerslag van prediking en leven in de oudste Christelijke kerk.

Sommige gedeelten zouden ten slotte op Joodsche of heidensche modellen kunnen teruggaan.

< >