Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Borstlap

betekenis & definitie

Dit stuk van de kleeding van den hoogepriester wordt nader genoemd: de borstlap des priesters omdat in hem de Urim en de Thummim werden gedragen. Hij was van dezelfde stof gemaakt als de efod: goud, hemelsblauw, purper, scharlaken en getweernd linnen.

Hij was vierkant, een span, een kleine halve el lang en breed. Hij droeg twaalf in goud gevatte en in vier rijen geplaatste edelgesteenten, met de namen der twaalf stammen daarop gegrafeerd.

Aan de vier hoeken zaten vier gouden ringen; gouden ineengedraaide snoeren liepen door de beide bovenste ringen waardoor de borstlap van boven verbonden werd aan de beide onyxsteenen van den efod en hyacinthblauwe snoeren liepen door de onderste ringen om hem vast te maken aan twee gouden ringen die onder aan den efod zaten. Zoo kon de borstlap niet verschuiven.

Hij vormde een soort kastje waarin de Urim en Thummin geborgen waren (Ex. 28 :15 v.v.).