Afgeleid van het Grieksche woord anthropos, mensch en pathos, hartstocht, is de naam van het stelsel waarin Gode menschelijke hartstochten worden toegekend.
Dit anthropopathisme is nauw verwant aan het anthropomorfisme, met dit onderscheid echter dat gelijk het laatste Gode een lichaam toekent, in het anthropopathisme met het geestelijk bestaan Gods gerekend wordt. Maar dan zoo dat van den Geest Gods gedacht wordt op gelijke wijze als van een geschapen geest of van de ziel des menschen. Dezelfde aandoeningen en werkingen als van het menschelijk gemoedsleven worden dan bij God gevonden, namelijk: liefde, haat, toorn, ijver, berouw enz.
Wordt dit nu gedaan met de bedoeling om in het Goddelijk Wezen fouten en gebreken te stellen, dezelfde als bij den mensch, dan heeft men het anthropopathisme in den slechten zin van het woord, en is er de verloochening van de heiligheid en volmaaktheid Gods.
Maar de Heilige Schrift, gelijk zij menigmaal van God spreekt in verband met deelen van het menschelijk lichaam, spreekt ook herhaaldelijk van God in verband met uitingen van het menschelijk zielsbeweeg. De Heere verheugt zich en is vroolijk (Jesaja 65 : 19), heeft verdriet (Psalm 95 : 10), wordt verbitterd (Psalm 78 : 40), is verbolgen in de hittigheid zijns toorns (Psalm 85 : 4), heeft berouw en het smart Hem aan zijn hart (Gen. 6 : 6), bij Hem is liefde en haat (Maleachi 1 : 3), Hij is ijverig (Ex. 20 : 5) en zoekt wrake (Psalm 90 : 8).
Al deze spreekwijzen, waarbij de menschelijke zielsaandoening Gode wordt toegekend, wordt aangeduid met den naam anthropopathisme. Het is een spreken over de volmaaktheden Gods in een taal aan het menschelijk leven ontleend, opdat het woord der openbaring door den mensch verstaan zou kunnen worden, omdat de mensch zich niet boven de menschelijke maat verheffen kan. De mensch is naar Gods beeld geschapen, in God is altoos het oorspronkelijke, in den mensch het afgeleide. Maar in God is alle deugd ook heilig en volmaakt, bij den mensch is de onvolmaaktheid en zonde ook in het zielsbeweeg. God toornt maar zondigt niet.