Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Aloë

betekenis & definitie

(Hebreeuwsch Ahalim). De aloë is een sterke boom met bruin en zwart gevlekt, zeer aangenaam riekend hout, het meest gewaardeerde reukwerk bij alle Oostersche volkeren.

Het wordt zeer duur betaald, zoodat het in Europa, waarheen het maar zelden wordt overgebracht, tegen goud wordt opgewogen. Van Cochin-China, waar deze boom op de bergen groeit, kwam het hout door den handel ook naar Palestina.

Hoe hoog het werd gewaardeerd blijkt uit de plaatsen waar eigenlijk aloëboomen staan moet (Num. 24 : 6), waar zinnebeeldig Christus’ bruidegomskleed van dezen reuk doortrokken is (Ps. 45:9; Spr. 7:17; Hoogl. 4 : 14), bij de begrafenis van Jezus (Joh. 19 : 39). Salomo moet dien boom ook in zijn lusttuinen gehad hebben.Deze aloë moet men niet verwarren met een andere ook aldus genoemde plant, die uit Afrika afstammend in onze broeikassen tot sieraad strekt, dikke vleezige bladeren heeft en een soort van gom bevat, die als artsenij wordt gebruikt.