of aandoeningen zijn saamgestelde, gecondenseerde gevoelens, waarin we ondervinden hoe dingen of toestanden ons „aandoen” en waardoor we onmiddellijk bepalen, welke waarde die dingen of toestanden voor ons hebben, wat ze voor ons zijn. Het zijn krachtige uitingen van het gevoelsleven, die dikwijls met groote intensiteit werken en zoowel op het voorstellingsals op het wilsleven invloed uitoefenen.
Wanneer de toorn zich van iemand meester maakt, is hij op dat moment niet in staat tot redelijk overleg, beziet hij de menschen en de omstandigheden in eenzijdig licht, en doet hij vaak dingen, waarvan hij later berouw heeft. Met de affecten gaan allerlei veranderingen in het lichaam gepaard.
Affecten bewerken versnelde of verlangzaamde strooming van het bloed; het komt voor, dat iemand van schrik dood blijft. Door hevige smart kan in korten tijd het haar grijs worden.
De affecten werken vooral sterk in op de afscheidingsorganen: toorn op de lever, smart op de traanklier, vrees op de darmen, bange verwachting op de nieren. Ook op het aangezicht, vooral in het oog, weerspiegelen de aandoeningen.Wat de indeeling van de affecten betreft, naar de intensiteit kunnen ze (de benaming is van den wijsgeer Kant) ingedeeld worden in sthenische (die zich door sterkte kenmerken) en asthenische (die zich door zwakheid kenmerken). De sthenische affecten zijn die, welke ons opwekken, gepaard gaan met een snel verloop der voorstellingen en zich uiten in plotselinge onwillekeurige bewegingen, (b.v. jubel, blijdschap, woede). In het lichaam is dan op te merken verwijding van de bloedvaten, sterke polsslag, krachtige ademhaling, vermeerdering van spierkracht. De asthenische affecten verslappen de geestkracht, brengen verlangzaming van het voorstellingenverloop te weeg, verzwakken de aandrift tot handelen, (b.v. angst, schrik, droefheid). In het lichaam gaat daarmee gepaard verenging van de bloedvaten, verzwakking van de pols, stokken van den adem, vermindering van spierkracht. Naar de qualiteit laten de aandoeningen zich indeelen in positieve en negatieve, in aandoeningen die met lust en die met onlust gepaard gaan.
Positieve affecten zijn : vreugde, vroolijkheid, uitgelatenheid, hoop, verwondering. Negatieve zijn: smart, droefheid, treurigheid, somberheid, vrees, schrik, angst, wanhoop, teleurstelling, ergernis. Het is een groote kunst de aandoeningen te beheerschen, ze niet te hevig te laten werken, en ze in het rechte spoor te houden.