Gepubliceerd op 31-12-2016

Instelling zonder winstoogmerk (IZW)

betekenis & definitie

Een juridische of sociale eenheid die is opgericht voor de productie van goederen of diensten, maar die een zodanige status heeft dat het haar niet is toegestaan als bron van inkomsten, winst of andere financiële verdiensten te fungeren voor de eenheden die haar hebben opgericht, of die haar beheren of financieren. In de praktijk zullen haar productieve activiteiten stellig overschotten of tekorten genereren, maar eventuele overschotten kunnen niet aan andere institutionele eenheden worden toegewezen.

Toelichting Indeling van instellingen zonder winstoogmerk. Een IZW is een overheidsinstelling zonder winstoogmerk (IZWo) als ze onder toezicht staat en hoofdzakelijk wordt gefinancierd door de overheid. Toezicht wordt gedefinieerd als de mogelijkheid om het algemene beleid of het programma van een institutionele eenheid te bepalen, zo nodig door hiervoor geschikte directieleden of managers te benoemen. Hoofdzakelijk gefinancierd door de overheid betekent dat meer dan 50% van de productiekosten door de overheid worden gefinancierd. De overheidsinstelling zonder winstoogmerk worden ingedeeld bij de sector overheid. Voorbeelden zijn musea, Kamers van Koophandel, openbare bibliotheken.

Alle overige IZW zijn particuliere instellingen zonder winstoogmerk (IZWp). Indien meer dan 50% van de productiekosten door verkopen wordt gedekt is het een particuliere IZW ten behoeve van bedrijven (IZWb). Deze worden ingedeeld in de sector niet-financiële vennootschappen of de sector financiële instellingen. Onderzoeks- en testlaboratoria zijn daar voorbeelden van. IZWb ten behoeve van werkgevers zoals werkgeversorganisaties en beroepsverenigingen vormen een geval apart. Gewoonlijk worden zij gefinancierd uit contributies of lidmaatschapsgelden van de groep betrokken bedrijven.

De lidmaatschapsgelden worden niet als overdracht maar als betaling voor verleende diensten (d.w.z. als marktverkopen) beschouwd. Zij voldoen dan toch aan het 50% criterium en kunnen daarom als IZWb worden beschouwd. Indien minder dan 50% van de productiekosten wordt gedekt door verkopen (en de IZW wordt niet gecontroleerd en hoofdzakelijk gefinancierd door de overheid) is het een particuliere IZW ten behoeve van huishoudens (IZWh) die bij de gelijknamige subsector wordt ingedeeld. Voorbeelden daarvan zijn vakbonden, sportclubs en kerkgenootschappen.