Grand coup waarbij de leider twee winnende kaarten van de dummy introeft.
Voorbeeld:Zuid speelt 4♥. West incasseert drie hoge ruiten en speelt klaveren na. De leider neemt met ♣H in de hand, speelt harten naar de heer en snijdt met succes op ♥V. West renonceert, zodat een troefcoup noodzakelijk is. Zuid steekt over naar ♣B en troeft ♣A af met ♥4 (eerste Grand coup). Dan speelt hij schoppen naar het aas en troeft ♣V met ♥7 (tweede Grand coup). Door ♠V over te nemen met ♠H bereikt hij nogmaals de dummy. In het eindspel heeft de leider nu alleen nog ♥A-B over achter ♥V-9 waarmee hij de laatste twee slagen maakt.
Zie ook: drievoudige Grand coup