Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

Gepubliceerd op 10-07-2019

gaf

betekenis & definitie

20.

gajes volk, mensen. De steeg is vuil en het gajes, dat er steunt, zijn meestal luitjes van de universiteiten. Dof gajes, loos volk, rechercheurs. Link gajes, niet te vertrouwen personen. Om gajes gaan, om zeep gaan, kreperen. Het gajes is pleite, de bewoners zijn uit. Tof gajes, volk dat niet hindert, in tegenstelling met link gajes, politie. Glimmende gajes, politiemannen in uniform.

< >