Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Wiersma

betekenis & definitie

Ids; geb. Brantgum (gem.

Westdongeradeel) 21 juni 1878, overl. Tietjerksteradeel 24 augustus 196$. Woonde en werkte in Den Haag, Sloterdijk, Sneek, Drachten en Smallingerland 1918-1926, Amsterdam 1926-1961, Harlingen 1961-1964, daarna in Noordbergum (Tietjerksteradeel). Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v. Fr.

Jansen, heeft raadgevingen gehad van J. Boon. Hij genoot de kon. subsidie drie achtereenvolgende jaren (1905-1907). Schilderde, tekende, etste en lithografeerde Friese landschappen, steden en dorpen, boerenwoningen, akkers enz. Illustrator (werd ‘de verteller met de tekenpen’ genoemd). Leraar (de lagere school te Brantgum werd na zijn dood ‘Ids Wiersmaskoalle’ genoemd).

Raadgevingen aan G. Rijpma. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.LEEUWARDEN -Werk in het Fries Museum, SNEEK -Fries Scheepvaart Museum: ruim 40 werken, vnl. gezichten in Friesland (Sneek, enz.), UTRECHT -Centraal Museum: de smederij in de oude Rijksmunt op de Neude te Utrecht (1910); het gieten (1910); het afwerken van de munten (1910); de smelterij.

J.J. Kalma: ‘Ids Wiersma. Tekenje foar Fryslân’, Leeuwarden 1979 (uitgegeven in het Fries).

Luns; Mak van Waay; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.

< >