Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Waay, nicolaas van der

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 15 oktober 1855, overl.

Amsterdam 18 december 1936. Volgde in 1891 B. Wijnveld jr op, als hoogleraar aan de Rijksakademie ter plaatse, tot 1925. Woonde en werkte aldaar, maakte in 1884-1885 een studiereis door Italië, bezocht o.m. Rome (en maakte daar kopieën naar oude meesters), Parijs, Amsterdam. Was leerling van L.

J. A. Koopman, daarna van de Rijksakademie te Amsterdam (1871-1875 en 1884-1890) olv. A. Allebé en B. Wijnveld jr.

Kreeg in 1880 de Willink van Collenprijs en in 1883 een studiebeurs; heeft veel onderscheidingen ontvangen. Schilderde, aquarelleerde, tekende en etste portretten, figuren (naakten, balletmeisjes, weesmeisjes), stadsgezichten, meestal van Amsterdam. Ontwierp wanddekoraties en plafondschilderingen samen met H. J. Haverman (1879) en met E. S.

Witkamp jr (1879 en 1886). In 1901 ontwierp hij de allegorische voorstellingen van de Gouden Koets. Illustrator voor Elseviers Maandschrift en Het Politienieuws te Amsterdam. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan F. H.

Abbing, W. O. J. Amesz, M. E. G.

Ansingh, H. J. M. van Baar, M. H. S. Bake, F.

Bakker, J. C. Bander, D. Blanes, A. Bleijs, C. Bolding, Tjeerd Bottema, Tjerk Bottema, J.

L. Bouman, F. H. Broeksmit, F. L. W.

Brouwer, D. A. Bueno de Mesquita, G. Claes, M. Cohen.J. Coster, J.J.

Damme, G. Derksen.J. F. H. M. van Deursen, H. A.

Dievenbach, P. M. Dillen, W. C. Drupsteen, A.J. M. van Dijk Azn, E.

M. Eden, L. Th. J. van Eekelen, H. Ellens, J. Elsinga, Ch.

Eyck, J. Fabricius, A. Fresco, J. Gabriëlse, C. E. Gallas, S.

Garf, L. Gestel, W. J. Giesberts, J. C. A.

Goedhart, P. Groeneveld, A. H. Gouwe, A. C. Gijswijt, W.

F. Haas, C. H. Hammes, J. H. Heesters, J.

W. van der Heide, J. B. Hellekamp, A. Hemelman, J. Heijse, J. A.

Hohman, N. G. Honig, C. Huizinga, G. H. J.

Huijser, P. Jansen, H. C. Jonas, jkvr. E. M.

A. de Jonge, L.J. Jordaan, J. L. Kleintjes, W. H. Klijn, D.

Komter, C. Koning, R. Koning, L. A. Kortenhorst,J.J. Kruimel, K. van Leeuwen, J.

D. Lensvelt.J. Lohr, G. Lulof, L. Lutomirski, J. H.

Makkink, E. C. van Manen, J. H. Marcus, W. M. Maris Jbzn, H.

E. Mees, A. E. ter Meulen, Ch. A. Moen, M. Nauta, J.

M. van Nie, E. F. Nieuwenhuis, C. H.J. van Nifterik, G. van Nifterik, L. S. W. van der Noordaa, F.

A. van Oostveen, J. E. Osieck, H. Paulides, J. H. Persijn, E.

M. Peters, J. H. Pieneman, N. Pieneman, L. Pinkhof, D.

H. van der Poll, J. A. Postmes, P. Puijpe, A. L. Reelfs, J.J.

Royaards, G. W. C. Rueter, J. Ruijs, Ch. E.

H. Saijers, S. van der Schaar, M. C. Schakel, C. E. Schlüter, W.

J. B. A. Schram, C. E. Schouten, A.

C. Sleeswijk, A. Smeerdijk, J. F. Sterre de Jong, P.J. Teunissen, J.

C. Tiele, E.Valensa, B. A. I. G. van Vlijmen, H. W. N.

Volmar, D. de Vries Lam, J. M. van de Vijsel, H. A. van der Wal, H. Weegewijs, B. H. ter Weeme, A. M.

Wegman, C. A. van der Werff, K.J. Willerding, W. E. J. Willink, J.

W. van Winkoop, V. Wirix, W. H. M. Wouters, P. Th. van Wijngaerdt, H.

IJkelenstam en J. Zoetelief Tromp. Behaalde op diverse tentoonstellingen onderscheidingen met zijn ingezonden werken.

Tentoonstellingen te Amsterdam, Rotterdam, Den Haag enz. 1879-1905: de sprokkelaarster (tekening); op het atelier; in het bos; studiekoppen; Amsterdamse achterbuurt; op de Pincio te Rome; dorpsgezicht in Drenthe; schaapskooi in Drenthe; op de etsklasse; het orkest in de pauze; in het circus; diverse portretten; stadsgezichten van Amsterdam; weesmeisjes; een jong meisje; einde van het ballet; de naaister; werkstaking; gezichten in België: enz. AMSTERDAM -Rijksmuseum: de graficus Willem Steelink; Amsterdams weesmeisje (beide gem. N. v.d. Waay). -Museum Willet-Holthuysen: jonge boerin in een schuur; en diverse tekeningen en studies, w.o. gezicht te Rome; studiekoppen, LEIDEN -Rijksprentenkabinet: zelfportret (tekening). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: lezende jonge vrouw, zittend in het gras aan de rand van een weiland, UTRECHT -Nederlands Spoorwegmuseum: Centraal Station te Amsterdam bij avond (1894).

Elsevier IV, 1892 (A. G. C. van Duyl, bldz. 117-138); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1923 (‘onze schilders’, bldz. 322). Schildersboek II, 1898 (A. G. C. van Duyl, bldz. 81-98).

Gram 1904; Luns; Lurasco; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller.