Geb. Rotterdam s december 1863, overl.
Utrecht 12 mei 1933. Woonde en werkte in Rotterdam (Kralingen) tot 1889, Den Haag tot 1891, Rijswijk (Z.H.) tot 1924, daarna in Doorn. Werkte ook in Drenthe, Noord-Brabant, Limburg en maakte enige malen reizen naar Noorwegen. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. J.
Striening en later van P. J. C. Gabriël en S. Moulijn. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde vnl. landschappen, vooral Noorse nachtlandschappen.
Was o.m. lid van ‘Pulchri Studio’, de Haagse Kunstkring, penningmeester van het Ned. Steuncomité voor beeldende kunstenaars en van ‘ Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Rotterdam, Amsterdam en Den Haag 1885-1903: avond op de hei; herfstavond in Drenthe; op de heide bij Kalmthout; in de duinen; de zandweg; baggermachine; na de regen; oude berkebomen; zomerlandschappen; opkomende maan; langs de akkers; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: landschap bij Haamstede (gem. Van Oosterzee). DEN BOSCH -Noordbrabants Museum: regendag te Heeze; een schuurtje; herfstakker; voorjaar, DEN HAAG -Gemeentemuseum: het eiland Rügen; landschap; verzameling schetsboekbladen in het prentenkabinet. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: maannacht bij Elspeet (gem. H. A. van Oosterzee); landschap. UTRECHT -Centraal Museum: landschap in Zuid-Limburg; maansikkel boven de Maarnse hoogte.
Elsevier XLVIII, 1914 (Kroniek).
Gram 1904; Luns; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Waller.
