Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Matthijssen, jan rijk

betekenis & definitie

Geb. Leeuwarden 23 mei 1816, overl.

Arnhem 7 juni 1850. Leerling van zijn vader J. H. Matthijssen; later van W. B. van der Kooi. Woonde en werkte in Leeuwarden, behaalde daar in 1845 een zilveren medaille voor een van zijn geschilderde portretten.

In 1846-1847 vertrok hij naar Amsterdam voor verdere studie, in 1847 kreeg hij opdracht het portret van Willem II te schilderen; na 1848 woonde hij in Arnhem en heeft daar naam gemaakt als portretschilder. Landschap-, portret- en interieurschilder, tevens tekenaar en lithograaf.Tentoonstellingen Groningen 1839 en 1841, Zwolle 1842, Amsterdam 1846 en 1848 en Den Haag 1847: spelende kinderen; Zwitsers landmeisje; diverse bergachtige landschappen; portretten; winterlandschappen; lezend meisje; enkele interieurs met figuren.

LEEUWARDEN -Gemeentearchief: een portret (tekening).

Eekhoff; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >