Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Matthijssen, jan hendrik

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 16 juli 1777, overl.

Leeuwarden 23 maart 1855. Kamerdienaar van koning Lodewijk Napoleon, oa. te Parijs. Vestigde zich, komende van Arnhem, in 1812 te Leeuwarden als tekenmeester en schilder van portretten, ook in miniatuur; tevens lithograaf Was leermeester van zijn zoon J. R Matthijssen.Tentoonstelling Den Haag 1817: een mannenportret.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en). LEEUWARDEN -Archief: portret van een Fries edelman (tekening in kleuren); een portret (silhouettekening).

Eekhoff; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller.

< >