Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Marcus

betekenis & definitie

Jacob Ernst; geb. op het eiland St. Eustatius 19 maart 1774, overl.

Amsterdam 2 oktober 1826. Woonde en werkte in Amsterdam; 16-12-1791 wordt hij lid van de Hervormde Gemeente aldaar, huwde 23-9-1804 met A. M. Taunay. Leerling van S. Goblé (tekenen), R Vinkeles (graveren 1790-1796) en van de Stads-Tekenakademie (hij verwierf daar in 1798 de gouden medaille).

Tekenaar, etser, graveur en lithograaf; hij heeft zeer weinig geschilderd. Vervaardigde portretten en kopieerde naar J. Steen, J. Cats, C. Netscher en anderen. Was lid en later medebestuurder van de Koninklijke Akademie te Amsterdam.

Medewerker van J. F. Lange. Gaf les aan A. L. Zeelander.AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: figuurstudies en landschapschetsen (tekeningen). ENSCHEDE -Rijksmuseum Twenthe: portefeuille met etsen. EEIDEN -Rijksprentenkabinet: vier tekeningen, w.o. het koor van de Domkerk; een naaktstudie van een jonge vrouw, OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: 14 tekeningen. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen, w.o. een landschap.

Tentoonstelling Rijksmuseum Amsterdam (cat. 1972).

Knoef 1943 (bldz. 133-168).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller; Wurzbach.