Charles Henri Joseph (‘Charles’); geb. Brussel 22 september 1816, overl.
Mainz (Dld) 5 december 1907. Werkte van 1841-1848 in Den Haag, van 1849-1861 in Amsterdam, in 1861 te Mainz, in 1862 in Den Haag, daarna tot 1883 in Amsterdam; van daar ging hij naar Nieuwer-Amstel en later (1887) naar Mainz (tijdelijk te Brussel). Leerling van B. J. van Hove, W.J. J. Nuyen en A.
Schelfhout. Schilder van landschappen, stads- en strandgezichten, bij voorkeur in de winter; heeft tevens geëtst en gelithografeerd. Van 1848 af was hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Heeft in 1848 een stadsgezicht geschilderd samen met C. Rochussen (figuren) en in 1849 een wintergezicht met stoffering door J. J.
Moerenhout. In 1856 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam. Signeerde: Ch. Leickert.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1841-1887 en Leeuwarden 1855-1863: stads-, dorps- en strandgezichten; landschappen en veel wintergezichten.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: wintergezicht met een stad in de verte; de oude poort. -Rijksprentenkabinet: tekening(en). DELFT -Museum Paul Tetar van Elven riviergezicht met veerpont ENSCHEDE -Rijksmuseum Twenthe: winterlandschap (1877). -Stichting Edwina van Heek: winterlandschap met ijsvermaak; zonsondergang over een vaart, DEN HAAG -Gemeentemuseum: stadsgezicht (bruikleen); overhaalschuit. HAASTRECHT -Museum Bisdom van Vliet: stadsgezicht in de winter, OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: rivierlandschap (tekening). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: twee stadsgezichten in de winter; wintergezicht met ronde toren. UTRECHT -Centraal Museum: winterlandschap.
Hist. Galerij I (bldz. 149); Kunstkronijk 1844/45 (bldz. 88).
Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.