Johan; geb. Londen ca. 1705.
Woonde en werkte vanafjeugdige leeftijd in Den Haag, waar hij leerling was van A. Houbraken en M. Terwesten. Vermoedelijk was hij in 1719 in Antwerpen leerling van J. I. de Roore. Maakte reizen naar Italië, Parijs en Londen.
In 1742 werd hij lid van de Haagse Schildersconfrerie; vertrok in 1775 naar Engeland. Schilderde historische onderwerpen, meestal als versiering van plafonds en zaalwanden. Hij gaf tevens lessen in de Engelse taal. Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.
