Coenraad Matthias; geb. Amsterdam 4 september 1863, overl.
Laren (N.H.) 26 januari 1944. Woonde en werkte in Amsterdam, vestigde zich in 1938 te Huizen (N.H.). Leerling van de Quellinusschool 1883-1886, de Brusselse Akademie (1886-1889), maakte een reis naar Frankrijk, Algiers en Italië met P. Egmond. Schilderde, aquarelleerde, tekende en etste landschappen, havengezichten; maakte ook houtsneden (stadsgezichten). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’, sekretaris van ‘St.
Lucas’ en van Gooise schildersgenootschappen. Gaf les aan S. Meijer.Tentoonstellingen Amsterdam 1895 en 1903, Arnhem 1897 en Maastricht 1896: rustuurtje; winterdag; irissen; bij het Casbah te Algiers; de St. AnthonieBreestraat; koestal; diverse stillevens. LAREN (N.H.) -Singer Museum: twee tekeningen.
H. H. van Calker: ‘In het atelier van den schilder’ (bldz. 78-83), Amsterdam 1941.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Van Hall port.; Waller.
