Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Dupont

betekenis & definitie

Pieter; geb. Amsterdam 5 juli 1870, overl.

Hilversum 7 februari 1911. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1896 (tijdelijk Parijs en Londen), Parijs 1896-1900, Nogent sur Marne 1900-1902, Auvers sur Oise 1903, Amsterdam 1903-1905, daarna in Hilversum. Leerling van de Quellinusschool (1883), de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs (1887-1890) en van de Rijksakademie (1889-1893) te Amsterdam ; raadgevingen van M. W. van der Valk (etsen) en van C. H. Helweg, te Parijs in 1898 lessen in plaatsnijden.

Schilderde ploegende paarden, bosgezichten, ook portretten, stadsgezichten en gebouwen. Tekende en aquarelleerde: portretten en landschappen. Was een belangrijk graficus (kopergraveur), heeft bankpapier en postzegels ontworpen en gegraveerd. Was leraar aan de Tekenschool voor Kunstambachten (1891-1896) en werd in 1902 hoogleraar in de grafische kunst aan de Rijksakademie te Amsterdam. Gaf les aan J. W.

Barendregt, Tjeerd Bottema, C. Brandenburg, D. A. Bueno de Mesquita, W. C. Drupsteen, L. van Groningen, W.

F. Haas, D. H. M. Harting, S. de Heer, A. Hemelman, F.

J. Hess, G. Th. Hofs, J. Gabriëlse, A.J. de Jong, W. H.

Klijn, L. A. Kortenhorst, G.J. Koekkoek, K. Koster, S. Linschoten, M. barones van Lynden, W. van Leusden, J.

Lohr, A. de Miranda, C. A. Mispelblom Beyer, L.J. Muller, G. van Nifterik, E. F. Nieuwenhuis, J.

C. Nijland, L. K. C. Prins, D. H.

Th. Romer, J. Ruys, G. M. Tamson, C. E.

Schouten, A. Smeerdijk, J. M. Swartwout de Hoog, E. Valensa,J. van Vucht Tijssen, H. A. van der Wal, J.

G. Weijand.Tentoonstelling te Arnhem in 1901: studie van werkpaarden (pastel); lijst met 6 etsen en gravures.

DORDRECHT -Dordrechts Museum: omnibuspaarden te Parijs (tekening in zwartkrijt). DEN HAAG -Gemeentemuseum: l’outillage (pastel); grafisch werk in het prentenkabinet, LAREN -Singer Museum: 55 tekeningen en grafisch werk in het prentenkabinet, OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: acht tekeningen (studies van een slapende poes). ROTTERDAM -Museum Boymans van Beuningen: landelijk bruggetje (ets); Parijse werkpaarden (pastel en krijt).

Elsevier XXl, 1901 (C. Snabilié, bldz. 371-381), XLI, 1911 (Kroniek), XLIII, 1912 (Kroniek), L, 1915 (Kroniek) en LIl, 1916 (v. Tussenbroek, bldz. 432-433); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1942 (K G. Boon, bldz. 143-133).

R, W. P. de Vries jr: ‘Nederlandsche Grafische Kunstenaars’ (bldz. 113-123), Den Haag 1943; W. F. Dupont: ‘Pieter Dupont’ (met oeuvrecatalogus), Oisterwijk 1947.

Luns; Mak van Waay; Marius; Plasschaert ; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall

I, II en port.; Waller.

< >