Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

symbiose

betekenis & definitie

blijvende samenleving van twee of meer verschillende soorten dieren of planten. Kan voor elk van de individuen voordelig zijn.

Naam afkomstig van De Bary (1878). Bv. wieren en schimmels die korstmossen vormen; bacteriën in de pens van herkauwers. De houtboorder (een kever) leeft in symbiose met bacteriën (staphylococcus). De bacteriën die in de voordarm leven dringen in de eicellen van de houtboorder en induceren deze voor verdere ontwikkeling, ook al zijn ze niet bevrucht. De bacteriën induceren dus de parthenogenese. Er ontstaan haploïde mannetjes. Bij bevruchting ontstaan er diploide vrouwelijke nakomelingen, ➝ mutualisme, ➝ helotisme, ➝ heremietkreeft, ➝ wortelknolletjes.