treedt op als de aanvoer van een vloeistof niet en de afvoer wel belemmerd is. Bloedstuwing: bij niet goed functioneren van het hart wordt het bloed onvoldoende uit de aderen opgenomen en doorgepompt.
Lymfestuwing: afvoerende lymfevaten zijn gescheurd of verstopt. Bloed- of lymfestuwing leidt tot oedeemvorming.