diffusie van moleculen van het oplosmiddel (water) door een halfdoorlatend (semipermeabel) vlies, dat oplossingen van verschillende concentraties scheidt. Als semipermeabele wand kan dienen: varkensblaas, perkament. Tengevolge van het concentratieverschil diffunderen er watermoleculen van B naar A.
Dit gaat dóór tot het evenwicht is bereikt. In A stijgt nl. het water en ontstaat een hydrostatische druk (waterkolom a-b). Dit is de osmotische waarde van de glucoseoplossing. De levende cellen bezitten ook een semipermeabele membraan (celplasma). Osmose is een belangrijk biologisch proces. In plant en dier regelt deze de vochthuishouding van de weefsels, ➝ turgor.