(Fibonacci bijnaam voor Leonardo van Pisa, Italiaans wiskundige, 13e eeuw), bij verspreide bladstand, aangegeven door breuk. De teller is het aantal rondgangen om de stengel tussen een blad en het eerste blad direct daarboven.
De noemer is het aantal bladen per rondgang. De reeks is: 1/2, 1/3, 2/5, 3/8, 5/13, 8/21 enz. De reeks bereikt zijn top in een waarde die correspondeert met een hoek tussen de bladaanleg van 37° 33' 2" (de ideale reeks). Dan vormt geen enkel blad schaduw voor een ander blad, ➝ bladmozaiek, ➝ fyllotaxis.