De présent is de tegenwoordige tijd in het Frans.
Veel Franse werkwoorden zijn regelmatig. De tegenwoordige tijd van deze werkwoorden maak je als volgt: stam van het werkwoord + juiste uitgang.
Franse regelmatige werkwoorden kunnen worden ingedeeld in drie groepen: werkwoorden op –er, op –re en op –ir. Iedere groep heeft zijn eigen uitgangen, en werkwoorden uit een bepaalde groep worden altijd op dezelfde manier vervoegd.
De uitgangen per groep zijn als volgt:
-er:
Je habite
Tu habites
Il/elle/on habite
Nous habitons
Vous habitez
Ils/elles habitent
-re:
Je vends
Tu vends
Il/elle/on vend
Nous vendons
Vous prendez
Ils/Elles vendent
-ir:
Je finis
Tu finis
Il/elle/on finit
Nous Finissons
Vous finissez
Ils/elles finissent
Naast regelmatige werkwoorden zijn er ook onregelmatige werkwoorden. Deze worden op een andere manier vervoegd.
