Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Auto

betekenis & definitie

Tegenwoordig wil niemand voor bijgelovig doorgaan, maar de auto bewijst dat toch bijna iedereen het is. Op de een of andere manier hechten velen een waarde aan de automobiel, die zijn functie als rijdende koektrommel verre is ontstegen.

De auto, die men kennelijk vaak als een bezielde machine ervaart, wordt met koosnaampjes aangeduid, gestreeld, beschimpt, als verlengstuk van het manlijk geslacht gevoeld, en als steun en toeverlaat beschouwd: ‘My car is my castle.’ Er bestaat bij tallozen een irrationeel vertrouwen in hun favoriete merk of model, en ook rijdt er vrijwel geen auto rond zonder een hangende of liggende talisman in het interieur: poppetjes, hoefijzers, hartjes, et cetera. In het bijzonder is een Christophorus-medaillon (Christophorus is een der noodhelpers van de katholieke Kerk, beschermheilige van piloten, schippers en vrachtwagenchauffeurs, sinds hij - volgens de legende - Jezus, in de gedaante van een kind, over een brede rivier droeg en bij die gelegenheid door hem gedoopt werd).Het bijgeloof en de magie rond de uitvinding van Carl Friedrich Benz begon kort nadat de auto (als driewieler) in 1886 voor het eerst in de openbaarheid verscheen, zoals een korte samenvatting uit een inmiddels reeds lang vergeten Engels handboek over occulte wetenschappen aantoont: ‘Het klappen van een autoband betekent een spoedige beslissing in een gewichtige aangelegenheid. Motorpech op de vrije rijweg is een gunstig voorteken, in de directe nabijheid van een beek of rivier duidt het op gebeurtenissen die veel innerlijke kracht en energie vergen.’ Vandaag de dag gelooft niemand meer in panne als gunstig voorteken, in plaats daarvan probeert men de snelheidsradar op magische wijze te misleiden. Het nut van zilverachtige cd’s die in vele auto’s in trossen aan de binnenspiegel bengelen, is bij geen enkele ANWB-medewerker bekend.