Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

TIMOTHEÜS

betekenis & definitie

is de naam van één van Paulus’ beste medewerkers. Paulus was zeer op hem gesteld, 1 Cor. 4 : 17.

De apostel ontmoette T. op de 2e reis te Lystre. Daar T.’ moeder Eunice, 2 Tim. 1 : 5, Jodin was, doch zijn vader een Griek, was hij niet besneden. Een dergelijk man werd destijds beoordeeld naar de staat van zijn moeder, daarom besneed Paulus T. en nam hem mee op de reis. T. heeft evenals Silas de verdere tocht meegemaakt. Toen Paulus Macedonië moest verlaten en naar Athene ging, liet de apostel T. in Macedonië achter. En toen T. te Athene bij Paulus kwam, zond de apostel hem weer terug naar het N., bepaald naar Thessalonica, 1 Thess. 3 : 1. Eerst te Corinthe kwam T. weer geregeld bij Paulus arbeiden. Hij wordt ook genoemd in het opschrift van de te Corinthe geschreven brieven naar Thessalonica. Ook op de 3e reis heeft T. Paulus vergezeld, Hand. 20 : 4. Toen Paulus op deze 3e reis te Ephese 1 Cor. schreef, zond hij, denkelijk langs een langere weg dan de brief ging, T. naar Corinthe. Of T. deze stad bereikt heeft, is niet met zekerheid te zeggen. Feit is, dat we niet horen van enig resultaat van een mogelijke arbeid van T. aldaar. In het opschrift van 1 Cor. wordt T. niet genoemd, hij zal toen al op reis zijn geweest. Wel vinden we zijn naam in 2 Cor., óf omdat hij toen reeds uit Corinthe was teruggekeerd, of omdat hij in Macedonië is gebleven, waar Paulus 2 Cor. schreef. Waarschijnlijk is T. niet met Paulus na de 3e reis meegegaan naar Jeruzalem. Het is mogelijk, dat T. te Ephese is gebleven, waar hij later in ieder geval gearbeid heeft, 1 Tim. 1 : 3. T. heeft Paulus niet vergezeld, toen hij als gevangene naar Rome werd geleid, Hand. 27 : 2. Toch was T. later bij Paulus te Rome, gelijk blijkt uit Phil. 1 : 1; 2 : 19; Col. 1 : 1; Philem. : 1. De periode van Paulus’ leven na zijn vrijlating uit de gevangenis te Rome kunnen we moeilijk beschrijven. Daarom kunnen we ook de weg van T. niet zo gemakkelijk meer volgen. Toen P. 1 Tim. schreef, was de apostel vrij. T. was toen niet bij hem, doch door hem naar Epheze gezonden of achter gelaten, 1 Tim. 1 : 3, waar veel te doen was, hetgeen T., die nog jong was, niet gemakkelijk zal zijn gevallen, 1 Tim. 4 ; 12. Toen Paulus uit de tweede gevangenschap 2 Tim. schreef, was T. blijkbaar nog te Ephese, doch de apostel roept hem thans naar Rome, 2 Tim. 4 : 9, 21. Uit 2 Tim. blijkt, hoe hoog Paulus T. waardeerde, het is aan hem, dat de apostel zijn geestelijk testament zendt en naar hem verlangt hij. De mededeling Hebr. 13 : 23 gegeven, staat op zichzelf. Waar en hoe T. gevangen is genomen en hoe het tot zijn vrijlating kwam, is ons niet bekend.Het ambt van T. was het buitengewone ambt van evangelist, 2 Tim. 4 : 5. Het was dus niet aan een bepaalde plaats gebonden. Voor dat ambt had hij bijzondere gaven ontvangen, 2 Tim. 1 : 6. Hij was ook officieel in dat ambt gesteld door Paulus’ handoplegging, 2 Tim. 1 : 6, een daad, waaraan de gezamenlijke ouderlingen, het presbyterium, de kerkeraad (men vertale niet met St.Vert. ouderlingschap) had deelgenomen, 1 Tim. 4 : 14. T. was reeds van zijn jeugd af door zijn moeder Eunice en zijn grootmoeder Loïs ingewijd in de kennis der Schriften, 2 Tim. 1 : 5, en zal verder vooral door Paulus zijn gevormd.

Over het karakter van T. heeft men zich wel eens ongunstig uitgelaten. Hij zou bang zijn geweest, niet hebben durven doortasten. Deze beoordeling is onbillijk. Zij berust eenzijdig op hetgeen Paulus vertrouwelijk, om op te beuren, schreef. Letten we er op, hoe de apostel T. allerlei zeer belangrijk werk heeft opgedragen en dat terwijl T. nog betrekkelijk jong was, dan moeten we wel aannemen, dat hij niet slechts een trouw medewerker, doch ook een man van betekenis is geweest.

< >