Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

SCHEBA

betekenis & definitie

Gen. 10 : 7, 1 Kron. 1 : 9 is S. een zoon van Raëma en deze weer een zoon van Kusch. Gen. 10 : 28 komt S. voor als zoon van Joktan, Gen. 25 : 3; 1 Kron. 1 : 32, als zoon van Joksan, de zoon van Abraham en Ketura.

Zie verder 1 Kon. 10 : 1—13; 2 Kron. 9 : 1—12; Job 1 : 15; 6 : 19; Ps. 72 : 10, 15; Jes. 60 : 6; Jer. 6 : 20; Ez. 27 : 22, 23; 38 : 13. Wij zullen aan verschillende Arabische stammen moeten denken:a. Afstammelingen van Abraham en Ketura, in de buurt van Midian.
b. Afstammelingen van Joktan ten Z. of ten Z.O. van Midian. De koningin van S. kan met a. en b. in verband gebracht worden.
c. Een Kuschietisch S., in het Z. van Arabië. Job 1 : 15 (St.Vert. en N.B.Gen.) is sprake van de Sabeërs. Deze Sabeërs zijn ons bekend uit buiten-Bijbelse gegevens. Men had in Arabië eerst het Minese koninkrijk ± 1200—600 v. C. Dit koninkrijk strekte zich uit van ZW.- tot NW.-Arabië. Van 950—115 v. C. bestond het Sabese koninkrijk, dat dus enkele eeuwen gelijktijdig was met het Minese, doch het op het laatst verving. Uit de Assyrische inscripties blijkt, dat de Sabeërs eerst de macht kregen in N.-Arabië en langzamerhand naar ZW.-Arabië drongen, totdat zij daar de Mineërs verdrongen. Tenminste, dat is een theorie, die tegenwoordig aanhang vindt, hoewel men moet toestemmen, dat de Z.-Arabische inscripties op dit punt nog niet een helder licht hebben geworpen. De Assyriërs hadden contact met de Mineërs en de Sabeërs, die in N.-Arabië woonden. Toen Assyrië machtig werd, hebben de Sabeërs zich tegen de Assyrische koningen verzet. Na de val van Assyrië bereikten de Sabeërs het hoogtepunt van hun macht. Doch in 115 v. C. moest het Sabese koninkrijk het veld ruimen voor het eerste Himjarietische (115 v. C.— ± 300 n. C.). Het Sabese schrift hangt nauw samen met het Phoenicisch-Kanaänietische en met het Oud-aramese, doch heeft zich zelfstandig ontwikkeld.

< >