in Jeruzalem, Matt. 27 : 27, Marc. 15 : 16; Joh. 18 : 28, 32; 19 : 9, het Praetorium van Jeruzalem, de residentie van de keizerlijke stadhouder als hij in Jeruzalem vertoefde tijdens de hoge feesten; het was, zeer typisch voor het Oosten, tegelijk kazerne van de lijfwacht en gevangenis. Waar was dit r.? Er is een overlevering (die niet oud is) dat het r. was in de Burcht Antonia, aan de NW.-zijde van de tempel.
Echter is het wel zeer waarschijnlijk, dat het r. was in het Paleis van Herodes de Grote aan de NW.-zijde van de stad. Want Flavius Josephus vermeldt, dat de Rom. stadhouder Gessius Florus resideerde in het paleis van Herodes de Grote aan de NW.-zijde van de stad. Vóór de ingang aan de stadskant kon het volk zich verzamelen en daar spreken met de stadhouder, die daar op een verhoging zat (de rechterstoel, Joh. 19 : 13). De Roomse traditie houdt echter vast dat de burcht Antonia de plaats was van het r., evenals Josef Pickl in zijn boek Messias-Koning.In Caesarea was een r. van het stadhouderlijke paleis, waar de gevangenis en het r., waar Paulus gebracht werd, was, Hand. 23 : 35; 25 : 23.
Het r. in Rome, Phil. 1 : 13, de kazerne der Pretorianen, de keizerlijke lijfwacht. Blijkbaar heeft Paulus daar met de soldaten van de wacht veel gesproken en heeft ook daar gepredikt door zijn woord en levenshouding.