Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

NOOT

betekenis & definitie

Hiermede wordt de Walnoot of Okkernoot (Juglans regia) bedoeld, daar de Hazelnoot in Palestina niet voorkwam. De noteboom is oorspronkelijk van Z.-Hongarije tot Perzië inheems en later in verschillende landen (o. a.

Nederland) aangeplant. De boom vraagt een koele, vochtige plaats. Bekend is, dat aan het Meer van Gennésareth notebomen stonden, maar ook in andere delen des lands zoals aan de bovenloop van de Jabbok. Op deze plaatsen kwam hij in het wild voor, maar hij werd ook wel aangeplant, Hoogl. 6 : 11. Prachtige exemplaren zijn thans nog te vinden op de berghellingen van de Libanon in de omgeving der talrijke bergbeekjes. Het notenhout behoorde tot de houtsoorten, die als brandhout voor het altaar gebruikt mochten worden. In de H. Schrift wordt slechts eenmaal van „notenhof” gesproken (Hoogl. 6 : 11). Algemeen was de n. in Bijbelse tijden dus blijkbaar niet en het is niet uitgesloten, dat vrucht en hout veel uit Phoenicië werden geïmporteerd.

< >